Skip to main content

Hoogleraar economie Marike Knoef (42) en financieel expert Marianne Bruijn (46) geven antwoord op de tien belangrijkste vragen over pensioenen, speciaal voor vrouwen.

Er verandert nogal wat in de Pensioenwet. En dat kan grote financiële gevolgen hebben voor vrouwen. Dit wil je in ieder geval even weten:

1. Waarom is dit nieuwe pensioenstelsel er gekomen?

In het oude systeem konden pensioenfondsen met een kleine premieverhoging pensioenen garanderen, zelfs bij slechte financiële markten. Door de veranderende arbeidsmarkt, waar we niet meer ons hele leven bij dezelfde werkgever werken en steeds vaker zzp’er zijn, werkt het oude stelsel niet meer. Pensioenbeloften zijn daardoor moeilijker en duurder geworden. Pensioenfondsen moesten vroeger enorme buffers opbouwen om iedereen een vast pensioen te kunnen garanderen. Het nieuwe systeem biedt meer flexibiliteit, bijvoorbeeld door behoudend te beleggen voor ouderen, zodat hun pensioen stabieler blijft. Voor jongeren kan meer risico worden genomen, voor een hoger pensioen op de lange termijn.

2. Wat is er precies veranderd ten opzichte van het oude stelsel?

In het oude systeem stond de hoogte van het pensioen meestal vast zodra iemand met pensioen ging. Dat was een belofte, maar niet altijd haalbaar in de praktijk. Door de financiële crisis werden sommige uitkeringen gekort, en pensioenen werden niet automatisch verhoogd met de stijgende prijzen (inflatie). Dit hing af van de financiële situatie van het fonds en beïnvloedde de koopkracht van ouderen. In het nieuwe systeem spreken we niet meer van ‘beloofd pensioen’, maar van ‘verwacht pensioen’. De premie is vast, maar de uiteindelijke uitkering is dat niet. Hoewel de uitkering dus niet zeker is, biedt het nieuwe systeem meer maatwerk, zodat fondsen beter rekening kunnen houden met verschillende generaties.

3. Het nieuwe stelsel zou nadelig zijn voor vrouwen. Waarom?

In het nieuwe systeem tellen de beginjaren van de carrière zwaarder dan in het oude systeem. Juist in die jaren krijgen veel vrouwen kinderen, besluiten ze minder te werken of nemen ze onbetaald verlof. Dit leidt vaak tot gemiste promoties, waardoor minder vrouwen doorstromen naar hogere posities met hogere salarissen. Als het pensioen dus vooral wordt gebaseerd op de eerste helft van de carrière, kan dit voor vrouwen een nadeel zijn.

4. Wat betekent het nieuwe stelsel voor de pensioenkloof?

Vrouwen die minder werken in de beginjaren van hun carrière zijn in het nadeel, wat de pensioenkloof vergroot. Nederlandse vrouwen bouwen minder pensioen op dan mannen omdat zij minder werken en minder verdienen. Het nieuwe stelsel bevat ook veranderingen die de kloof kleiner maken. Het principe is: hoe langer geld wordt geïnvesteerd, hoe meer het oplevert. In het oude stelsel werden mensen met een langere pensioenopbouw niet beloond, waardoor mensen met veel loonstijging aan het einde van hun carrière relatief goedkoop een hoog pensioen opbouwden, in vergelijking met mensen met een gelijkmatig loon gedurende het leven. In het nieuwe stelsel wordt iedereen op een eerlijke manier gecompenseerd voor zijn pensioenopbouw, ongeacht het loonprofiel. Dit betekent dat mensen met een vlak loon, vaak vrouwen, niet langer de hogere pensioenopbouw van mensen met een steil loon, vaak mannen, subsidiëren. Het nieuwe systeem biedt meer gelijkheid en transparantie, wat de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen kan verkleinen.

5. Hoe ziet de overgangsperiode van het oude naar het nieuwe stelsel eruit?

Pensioenfondsen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om over te stappen naar het nieuwe systeem. Ze berekenen voor iedereen de waarde van het opgebouwde pensioen in het nieuwe stelsel. Uiteindelijk krijgen mensen een brief waarin staat dat ze zijn overgestapt, met uitleg over wat dit betekent voor hun pensioen.

6. Gaan de pensioenen omhoog of omlaag in het nieuwe stelsel?

Dat verschilt per persoon en hangt bijvoorbeeld af van de generatie waartoe je behoort. Net als in het oude systeem kunnen mensen keuzes maken, zoals op jonge leeftijd meer uren werken, om zo meer pensioen op te bouwen. De onzekerheid over het verwachte pensioen komt vooral door de financiële markten, en dat verandert niet door het nieuwe stelsel. Pensioenfondsen schatten de winst uit beleggingen en bepalen het verwachte pensioen, maar er is geen garantie dat dit bedrag ook echt wordt gehaald. Omdat pensioenfondsen geen grote buffers meer hoeven aan te leggen, is er wel meer ruimte om pensioenen op de korte termijn makkelijker te verhogen.

7. Verandert er iets in het partnerpensioen?

Ja, het pensioen dat de partner ontvangt als jij overlijdt. In het nieuwe stelsel wordt dit geregeld op risicobasis, in plaats van op opbouwbasis. Bij een nabestaandenpensioen op opbouwbasis krijgt de partner altijd pensioen, zelfs als je niet meer meedoet in de regeling. Bij risicobasis krijgt de partner alleen pensioen als je nog in dienst bent bij de werkgever. Net als bij een verzekering: je bent alleen gedekt zolang je premie betaalt. Er is een tijdelijke oplossing: als je bijvoorbeeld je baan verliest, blijft het partnerpensioen nog maximaal drie maanden doorlopen. Daarnaast wordt het nabestaandenpensioen geüniformeerd: het bedrag is niet meer afhankelijk van diensttijd of salaris, maar een vast percentage van het laatst verdiende salaris van de partner. Dit maakt het systeem eenvoudiger en zorgt ervoor dat het nabestaandenpensioen relatief hoger wordt voor lagere inkomens dan voor hogere inkomens.

8. Wat betekent het nieuwe pensioenstelsel voor mensen die nu al met pensioen zijn?

Dat hangt af van je pensioenregeling. Sommige mensen hebben een pensioen bij een verzekeraar dat in euro’s vastligt, terwijl anderen een variabel pensioen hebben. Een pensioenfonds probeert de koopkracht van het pensioen op peil te houden, maar aanpassingen kunnen nodig zijn, afhankelijk van de financiële situatie. Dit komt doordat pensioengeld wordt belegd, wat risico’s met zich meebrengt: de waarde kan stijgen of dalen. Pensioenfondsen kunnen besluiten de uitkeringen van gepensioneerden over te zetten naar het nieuwe systeem, maar dit is niet verplicht. Elk fonds maakt hierin zelf keuzes, in overleg met werkgevers en vakbonden. Als jouw pensioen wordt omgezet, krijg je bericht van de werkgever of pensioenuitvoerder. Vanaf dat moment geldt het nieuwe systeem en kan de pensioenuitkering maandelijks veranderen.

9. Wat betekent het nieuwe pensioenstelsel voor zzp’ers?

In het oude systeem kregen werknemers hetzelfde pensioen voor hun ingelegde bedrag, ongeacht het feit dat geld dat op jonge leeftijd werd ingelegd veel langer de tijd had om meer waard te worden. Dit was een nadeel voor mensen die later zzp’er werden of overstapten naar een werkgever met minder pensioenopbouw. Het nieuwe stelsel lost dit probleem op: jongeren betalen niet te veel en oudere werknemers niet te weinig voor hun pensioen. De impliciete subsidie van jonge naar oude werknemers wordt afgeschaft. Dit zorgt voor een betere verhouding tussen wat je betaalt en wat je terugkrijgt, waardoor het systeem voor zzp’ers aantrekkelijker wordt.

10. Hoe kunnen vrouwen zich beter voorbereiden op het nieuwe pensioenstelsel?

Er zijn meerdere dingen die vrouwen kunnen doen, zoals niet parttime werken, ook niet als je moeder wordt. Vraag de werkgever of je de werkweek flexibeler kunt indelen, bijvoorbeeld vier dagen van negen uur. Zo kun je een fulltime contract behouden en bouw je meer pensioen op. Ook is het belangrijk om op jonge leeftijd al te beginnen met sparen, zeker als je geen pensioen opbouwt via een werkgever. Er zijn al financiële producten die het mogelijk maken met kleine bedragen te beginnen, en hoe eerder je start, hoe meer je profiteert van rente-op-rente (zie kader). Als je minder gaat werken door zorgtaken, zorg er dan voor dat de partner ook bijdraagt aan het pensioen. Dit kan door extra inleg via de werkgever, of door geld over te maken naar een beleggingsrekening voor het pensioen. Vergeet niet het partnerpensioen goed te regelen. Als je ongehuwd samenwoont, moet de partner jou aanmelden bij zijn of haar pensioenfonds, anders krijg je geen partnerpensioen bij overlijden. Bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap is dit al geregeld bij de pensioenverstrekker.

Een handig overzicht van je pensioen staat op mijnpensioenoverzicht.nl, daar worden de AOW en het pensioen via de werkgever samengevoegd. Maar denk ook aan toekomstige uitgaven, zoals stijgende huurprijzen of een hypotheek die je aflost, waardoor maandlasten in de toekomst veranderen.